Overblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog

Praedicatho homélies à temps et à contretemps

Praedicatho homélies à temps et à contretemps

C'est par la folie de la prédication que Dieu a jugé bon de sauver ceux qui croient. Devant Dieu, et devant le Christ Jésus qui va juger les vivants et les morts, je t’en conjure, au nom de sa Manifestation et de son Règne : proclame la Parole, interviens à temps et à contretemps, dénonce le mal, fais des reproches, encourage, toujours avec patience et souci d’instruire. Crédit peintures: B. Lopez


Verkiezing in de woestijn (Lc 4, 1-13)

Publié par Walter Covens sur 14 Février 2013, 18:02pm

Catégories : #Homilieën in het Nederlands


1 careme C ev

Heer, samen met U trekken we de woestijn in,
net als U gedreven door de Geest.
En we zullen het Woord van God eten,
En we zullen onze God kiezen.
En we zullen Pasen in de woestijn vieren:
we zullen de woestijn samen met u beleven!

(G 229, J. Servel - J. Gelineau)

    Met het zingen van deze woorden hebben we de Vastentijd ingezet. Een heel programma! De Vasten beantwoordt aan wat de Heer ons zegt in het Evangelie van vandaag. Als het ten minste niet enkel mooie "verkiezingsbeloften" zijn. Dan kunnen we ze daadwerkelijk beleven.

    Laten we dus even nadenken over wat de Heer ons belooft, en over wat wij de Heer hebben geantwoord, om er de "kosten" van te berekenen en de besparingen om ze te "financieren", zoals goede beleggers dat doen.

We trekken de woestijn in

    Eerst hebben we beloofd om de woestijn in te trekken. Welke? Die van Judea, de Sahel, die in Irak, of New Mexico? Die van een… verlaten eiland?
Doorheen de geschiedenis hebben mannen en vrouwen ervoor gekozen om het voorbeeld van Jezus te volgen en de woestijn in te trekken. In het Oosten, te beginnen met de Heilige Antonius, trokken ze door de woestijn van Egypte of Palestina; in het Westen zijn er geen echte zandwoestijnen, en daarom trokken ze daar naar afgelegen plaatsen, de bergen in of naar verlaten valleien. (R. Cantalamessa)

    Daar zijn we het dus over eens: de woestijn waarover men spreekt is niet noodzakelijk een plaats waar enkel zand is. Maar is het altijd een plaats waar geen mensen zijn? Zoals iemand terecht opmerkte: "Hoe talrijker we zijn, des te meer kans dat niemand luistert". Albert Camus zei: "Als remedie tegen het leven in de samenleving stel ik de grote steden voor: dat is de enige woestijn binnen handbereik."

    Vandaag bestaat er een nieuwe gemeenschap die zich de "Fraternités monastiques de Jérusalem" noemt. Dit zijn monniken en slotzusters "in het hart van de stad", die deeltijds werken en van wie de afsluiting anders wordt beleefd dan in de traditionele ordes. Deze monniken en zusters wijzen ons erop dat we allemaal het voorbeeld van Jezus kunnen volgen, zelfs in een grote stad als Parijs.
De uitnodiging om Jezus te volgen in de woestijn geldt voor ieder van ons. De monniken en kluizenaars kozen een plaats in de woestijn. Wij kunnen een tijd in de woestijn kiezen. Een tijd in de woestijn, dat betekent dat we het even stil en leeg maken rondom ons, dat we de weg van ons hart zoeken, dat we ons onttrekken aan het lawaai van het alledaagse leven en de diepste bronnen van ons zijn opzoeken. (R. Cantalamessa)

    De woestijn intrekken, dat is voor ons vandaag even de wereld van de Amerikaanse soaps achter ons laten, de showbizz laten voor wat ie is, afstand nemen van televisieshows en spelletjes, die onze huizen van 's morgens tot 's avonds onophoudelijk overspoelen. De woestijn intrekken, dat is, vooral voor de kinderen en jongeren van vandaag, even de herrie van walkmans en MP3-spelers weglaten; de virtuele wereld van computerspelletjes verlaten. Om dat te doen hoeven we geen vliegtuigticket naar een ver land te kopen. Gewoon de televisie, onze MP3-speler of gameboy uitzetten is voldoende om even in zich te keren, ons in onszelf terug te trekken.
De Heilige Franciscus van Assisi deed een praktische suggestie. « We hebben, zei hij, een plek van afzondering altijd bij ons, waar we ook gaan, en telkens als we dat wensen, kunnen we ons erin opsluiten als kluizenaars. Die plek van afzondering is ons lichaam en de ziel is de kluizenaar die erin woont! » We kunnen ons terugtrekken op deze "mobiele" plek van afzondering, zonder dat iemand dat merkt, zelfs in een overvolle bus. Af en toe moeten we «ons in onszelf kunnen keren». (R. Cantalamessa)

    De kosten voor ons zijn dus beperkt. Waarom nog aarzelen? Maar laten we de beloften van de Heer niet vergeten.  

Heer, met u...

    Gaan we dus aan yoga doen? Of aan medidatie? Boven onszelf uitstijgen? Op eigen kracht of door onze concentratie? Zijn we niet allen gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest? En hebben we daarvoor moeten werken? Ons moeten inspannen? Ons moeten concentreren? Nee! We moesten enkel geloven (cf. 2e lect.). En dan nog... We zijn gedoopt toen we nog heel klein waren, het is het geloof van onze ouders, onze meters en peters, dat ons op dat moment droeg. Het is het geloof dat ons verbindt met Jezus; het is ons geloof dat het ons mogelijk maakt om Jezus te volgen in de woestijn van ons hart. Want hij is ons voorgegaan. En hij wacht op ons, hij wacht al zo lang, zoals een mens die op zijn geliefde wacht. Dat te geloven, dat Jezus van ons houdt en op ons wacht in de woestijn, is dat te veel gevraagd?

Net als U gedreven door de Geest

    Het geloof is een geschenk van God. Een geschenk! Gratis! Maar ze vereist de kracht van de Heilige Geest, die het geschenk is van de Vader. Dat heeft niets te maken met concentratie of moeite doen. Door het geloof zegt God ons dat we zijn als een tempel van God (Ga 5, 25) en dat de Geest van God in ons woont (1Co 3, 16). Jezus zelf werd "geleid door de Geest" doorheen de woestijn.
«Ik kan niet mediteren», riep de helige Bernadette. Laat ons eerlijk zijn: niemand van ons kan dat! Paulus zelf gaf het toe: We weten niet hoe we juist moeten bidden. Maar het wonderlijke is dat er iemand is die ons ter hulp schiet, zolang we dat maar toelaten of beter nog: als ons gebed zich bij het zijne wil voegen. (…) Dan kan men zich laten dragen op de vleugels van dit gebed, waarvan het Geschrift ons doet begrijpen dat het de kracht heeft van een arend en de zachtheid van een duif. Zoals Thomas van Aquino het zo mooi verwoordt, « De Heilige geest maakt van ons geliefden van God. (Pierre-Marie Delfieux, stichter van de Fraternités monastiques de Jérusalem)

    Zich laten dragen door de vleugels van de Geest die in ons bidt en die van ons de geliefden maakt van wie onze geliefde is: wat is er eenvoudiger? Ja, en ik hoor het u al zeggen: - In de woestijn was er ook de duivel! Het is gevaarlijk in de woestijn! Je blijft veel beter veilig thuis... Ik heb het u al gezegd: het gaat hier niet om ofwel thuis blijven, ofwel de woestijn intrekken. De woestijn intrekken, dat is in zichzelf keren. Zolang we niet in onszelf keren, laat de duivel ons met rust, wat niet wil zeggen dat hij er niet is. Hij is er wel, maar hij toont zich niet. Hij vindt dat niet nodig, omdat we ver van de Heer ronddwalen. Dat zijn de twee eerste regels van de geestelijke scherpzinnigheid van Ignatius van Loyola:
Bij wie van de ene doodzonde naar de andere gaat, heeft de vijand meestal de gewoonte om hem duidelijke geneugten voor te stellen. (...) Bij hen gebruikt de goede geest een omgekeerde werkwijze: hij port ze in de goede richting, doet een beroep op hun bewustzijn door het begrip van goed en kwaad van de rede.
Bij wie zich grondig reinigt van zijn zonden en wie, in dienst van God onze Heer, altijd beter wil zijn, gaat het om de omgekeerde werkwijze van de eerste regel. Want hier bijt en bedroeft de kwade geest, hier zet hij obstakels, hier voert hij valselijke redenen aan om niet verder te gaan. En hier geeft de goede geest moed en kracht, troost, tranen, inspiratie en gemoedsrust, door de dingen gemakkelijk te maken en alle obstakels uit de weg te ruimen, zodat men verder gaat in het goede.

    Van elementair belang, mijn beste Watson, zou een alom bekende detective zeggen. Van elementair belang, en toch niet gekend door zovele christenen. Daarom vergissen zovelen zich en zeggen ze dat de duivel niet bestaat, dat praten over de duivel slechts een manier is om te praten over het kwade. Dat zeggen ze omdat ze nooit op zijn tegenstand zijn bebotst, zou dat niet zijn omdat ze "van de ene doodzonde naar de andere gaan", of zo niet dan toch omdat ze zich niet op de vrome weg bevinden? Het zal geen Curé d'Ars, een Pater Pio of een Marthe Robin zijn die zegt dat de duivel maar een manier van spreken is. Zeggen dat de bezetenen uit het Evangelie slechts geesteszieken of epileptiepatiënten zijn, is tegenwoordig bon ton. Zullen ze dan ook zeggen dat Jezus een geesteszieke of een epileptiepatiënt is?

    Ik wil hier ook wijzen op de twaalfde regel. De Heilige Ignatius vergelijkt daar het gedrag van de duivel met het gedrag van een vrouw. Dat komt vandaag de dag niet goed over. Ik sla deze passage dus over. Als dat u interesseert, kunt u het zelf lezen:
De vijand heeft de neiging om te verzwakken en de moed te verliezen, op de vlucht te slaan met zijn verleidingen, wanneer zijn tegenstander vastbesloten het hoofd biedt aan zijn verleidingen. Omgekeerd, wanneer zijn tegenstander angst begint te krijgen, de moed begint te verliezen onder invloed van de verleidingen, is er over gans het aanschijn der aarde geen woester beest dan de vijand van de menselijke natuur om zijn verdoemde bedoelingen na te streven met zulk een grote boosaardigheid.

    Wanneer we bang zijn van de duivel, dan geven we hem kracht. Als we stoppen met bidden, bijvoorbeeld, omdat we geconfronteerd worden met verleidingen die er daarvoor niet waren, dan spelen we in de kaart van de duivel.

En we zullen het Woord van God eten

    "De mens leeft niet van brood alleen". Zo biedt Jezus de duivel het hoofd, wanneer die hem voorstelt om een steen in brood te veranderen. Zich voeden met de Woord van God, dat is een absolute en vitale noodzaak om in leven te blijven. Dit voedsel is fundamenteel. Ik wijs u erop dat dit het thema is dat Benedictus XVI heeft gekozen voor zijn eerste Synode van Bisschoppen van zijn Pontificaat (van 5 tot 26 oktober): "Het Woord van God in het leven en de missie van de Kerk ". Hij was van mening dat het Concilie Dei Verbum van veertig jaar geleden "een van de belangrijkste documenten van het concilie Vatikaan II is ":
De Kerk leeft niet van zichzelf maar van het Evangelie en het is uit het Evangelie dat ze altijd en steeds opnieuw haar richtlijnen haalt. Het is een opmerking die iedere christen moet kennen en toepassen: enkel wie het Woord wil horen, kan het verkondigen. Inderdaad, niet zijn eigen wijsheid moet worden onderricht, maar de wijsheid van God, die vaak gek lijkt in de ogen van de wereld.

    En hij ging verder met te zeggen dat "De Kerk en het Woord van God wezenlijk met elkaar zijn verbonden" omdat, zoals Petrus zegt, "geen enkele profetie onderhevig is aan een interpretatie van een persoon". Het Evangelie van vandaag toont ons aan dat ook de duivel zich van de Bijbel kan bedienen, maar door die op zijn manier te interpreteren, om ons in verleiding te brengen. Met hoevelen zijn zij die zich beroepen op de Bijbel om te spreken en te handelen, zogezegd "in naam van Jezus" maar tegen de Kerk en tegen de zeden?

En we zullen onze God kiezen

    Na het Woord te hebben gehoord, moet het Woord in de praktijk worden omgezet. Het Woord zegt ons wat de wil is van God, zodat we die in de praktijk brengen. Dat noemt de Heilige Ignatius "de verkiezing" . Om de goede keuze te maken, een goede verkiezing, is het eerst en vooral nodig, "in de mate waarin dat van ons afhangt", dat "het oog van onze intentie eenvoudig is, door enkel te kijken naar datgene waarvoor ik werd geschapen: om lof te zingen op God onze Heer en de redding van mijn ziel."

    Het doel heiligt niet de middelen maar de middelen het doel:
Zo komt het bijvoorbeeld voor dat velen in eerste instantie ervoor kiezen om te huwen, hetgeen een middel is, en in tweede instantie om God onze Heer in het huwelijk te dienen, terwijl God dienen het doel is. (...) Daaruit volgt dat zij niet recht naar God gaan, maar willen dat God recht naar hun losbandige verbintenissen komt; bijgevolg maken ze van het doel het middel en van het middel het doel, zodat zij wat ze op de eerste plaats hadden moeten zetten, op de laatste plaats zetten.  

    De overwinning in het gevecht van de woestijn is aan die prijs...

En we zullen Pasen in de woestijn vieren: we zullen de woestijn samen met u beleven!

    Laten we dus niet vergeten wat het doel is, de zin van dit alles: Pasen vieren. Pasen, dat is overgaan van deze wereld naar de Vader, zoals Johannes al zei over Jezus in het Evangelie (Joh 13, 1...). Maar dit Pasen is niet enkel het doel van ons leven. Het is ook een Pasen vanaf vandaag. En als we het niet iedere dag beleven, dan zullen we het ook niet kunnen beleven aan het einde van ons leven. Dat geldt ook voor de Vastentijd. Pasen is niet enkel een feest aan het einde van die veertig dagen durende Vastentijd. Pasen is in onze woestijn van vandaag!

Pour être informé des derniers articles, inscrivez vous :
Commenter cet article

Archives

Nous sommes sociaux !

Articles récents