Overblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog

Archives

Publié par Walter Covens

4 careme C - ev


    De parabel van de verloren zoon is ongetwijfeld één van de meest gekende en geliefde stukjes uit de Bijbel. De vraag is in welke mate deze parabel al dan niet aan de oppervlakte van ons christelijk bewustzijn blijft hangen.

    Ten eerste is deze parabel niet die "van de verloren zoon". "Een man had twee zonen": zo begint Jezus. Het is dus de parabel van de barmhartige vader en zijn twee zonen. Laten we a.u.b. niet doen alsof die tweede zoon niets heeft te maken met wat God ons te zeggen heeft.

    In haar geschriften vergelijkt Thérèse van Lisieux, bijvoorbeeld, zich meer dan eens en zeer concreet met de oudste zoon. Ze zegt onder meer dat Jezus voor haar geen feest hoeft in te richten, omdat zij altijd bij Hem is. Zij is zich ook gewoon realistisch bewust dat alles wat van Jezus is, ook aan haar toebehoort. De jaloersheid maakt dan ook plaats voor bezorgdheid ten opzichte van de zondaars.

    In welke van de twee zonen herken ik mij het meest? Het antwoord op deze vraag is belangrijk, want de twee zonen hebben twee verschillende roepingen. Allebei zijn ze geroepen tot heiligheid - die roeping is universeel - maar niet langs dezelfde wegen, niet op dezelfde wijze. Volgens Charles Péguy - hij schrijft dat in zijn werk over de goddelijke deugd van de hoop - zijn er twee soorten van heiligen (gelukkig, zo zegt hij, komen ze goed overeen!...) : het eerste soort bestaat uit heiligen die voortkomen van tussen de zondaars; het tweede soort wordt genomen tussen de rechtvaardigen. Onmogelijk te zeggen welke de grootste heiligen zijn. Het zijn allemaal heiligen van God. Het verschil ligt in de hoop: de enen zijn praktisch "hopeloze gevallen" geweest. De anderen hebben nooit veel zorgen gebaard. Ouders van "kroostrijke" gezinnen zullen wel begrijpen wat Péguy hiermee bedoelt...

    Een "ekonomische" vergelijking maken is misschien verhelderend. Ekonomisch gezien zijn er twee soorten van mensen: armen en rijken. Gezien vanuit het standpunt van Gods wijsheid kunnen we stellen dat de rijken er zijn voor de armen. Wie rijk is kan de armen te hulp komen. Maar de armen zijn er ook voor de rijken! Want voor de rijken, zegt Jezus, is het bijna onmogelijk het Rijk der Hemelen binnen te treden. De armen brengen de rijken ertoe in staat door het oog van de naald te kruipen. Armen en rijken zouden dus perfect met elkaar moeten overeen komen.

    Zo vergaat het ook de heiligen. Er zijn rijke en er zijn arme heiligen. Er zijn heiligen die aan het firmament schitteren met hun talrijke en ontzagwekkende deugden. Er zijn ook andere die hun leven lang blijkbaar hopeloos hebben geworsteld met hun ondeugden, zonder ogenschijnlijk ook maar een tikkeltje vooruitgang te maken. Onmogelijk te zeggen wie de grootste heiligen zijn. Wat zeker is, is dat die twee soorten heiligen goed overeen komen.

    Stellen dat de "arme heiligen" meer behoefte gehad hebben dan de "rijke" aan de barmhartigheid van de Heer zou een vergissing zijn. Thérèse van Lisieux zegt juist het tegenovergestelde. Onze-Lieve-Vrouw is meer verschuldigd aan de barmhartigheid van God dan wel Maria Magdalena, Sint Jozef meer dan de "goede moordenaar", niet omdat God hen meer zonden heeft vergeven, maar omdat de barmartigheid van God hen heeft gevrijwaard van grote zonden. Vrijwaring van zonden is een grotere genade dan vergiffenis van zonden. Het gevaar - het is een regelrechte bekoring - met vrijwaring van zonden is dat de "gevrijwaarde" zondaar zich makkelijk gaat inbeelden dat zijn zondeloosheid zou te danken zijn aan zijn superioriteit. In dat geval gaat de "gevrijwaarde" zondaar de "vergeven" zondaar met misprijzen bezien, terwijl hij opstandig wordt zodra hij merkt hoe zijn vader zijn mispunt van een broer behandelt als die hakkeloos terugkeert van zijn fratsen.

    Het lot van de verloren zoon is natuurlijk ook niet zonder risico. Niet iedere veloren zoon komt tot "inkeer". En de "terugkeer" is nog een ander paar mouwen. Niet iedere zondaar die tot inkeer komt, kan het opbrengen naar de vader terug te keren. Die strijd is ook niet op voorhand gestreden.

    Er was een tijd dat algemeen door christenen werd aangenomen dat er slechts weinige mensen gered worden. Die tijd heeft toch wel achttien eeuwen geduurd. Zelfs de Kerkvaders (van het Westen zowel als van het Oosten) en heilige theologen van de Middeleeuwen leerden dat zonder meer. Sinds de negentiende eeuw is er in de Latijnse Kerk een evolutie merkbaar, zo merkbaar dat de grote meerderheid van de christenen vandaag ervan overtuigd zijn dat de hel een uitvindsel zou zijn van de Middeleeuwen, volkomen in tegenstrijd met het Evangelie!

    Is dat een vooruitgang? Niet zo zeker. Persoonlijk twijfel ik er niet aan dat velen gered zijn, en dat er in de hemel veel volk is ("een grote menigte" zegt de Apokalyps). Maar ik twijfel wel aan het feit dat die zekerheid voldoende zou zijn om persoonlijk gered te worden. Thérèse van Lisieux schrijft: "C'est la confiance, et rien que la confiance, qui doit nous mener à l'Amour..." (Vertrouwen, en alleen vertrouwen, leidt ons naar de Liefde.) Het moeilijke ligt hem niet in "vertrouwen", maar wel in "alleen vertrouwen". Ons vertrouwen is dikwijls niet "alleen vertrouwen" op Gods barmhartigheid. Wij vertrouwen meestal ook op onze persoonlijke deugden en goede werken. Wij vertrouwen ook op de speculering, waarvan ik zoeven sprak, dat er in ieder geval niet veel mensen verdoemd worden.

    Wat heeft dat nog met vertrouwen te maken? Dat is geen vertrouwen, wel berekening! En berekening leidt niet tot de Liefde. Integendeel: berekening verwijdert van de Liefde. Nee! Nee! Duizendmaal nee! Louter en alleen vertrouwen op de barmhartigheid van de Vader, en niet op onze reële of denkbeeldige deugden, of op onze koude berekeningen, is niet iets waar we van moeten denken dat we er al lang mee klaar zijn. De Heilige Geest heeft nog veel werk met mij...
Pour être informé des derniers articles, inscrivez vous :
Commenter cet article
E
Dag Walter, <br /> Lang geleden nietwaar? Heb het de laatste tijd heel druk gehad met werken en persoonlijke zaken. Maar af en toe kom ik nog wel eens op je blog lezen. En geen nood: ik ben nog niet gaan fietsen met Erkan, het is te warm op dit moment. Canicross is niks voor mij (of voor Erkan). Lopen kan ik niet omdat ik altijd peesontstekingen krijg en Erkan kan het niet zo goed vinden met andere honden.<br /> Nog een fijne dag verder!<br /> Groetjes, <br /> Enid & Erkan
Répondre
W
Bedankt, Enid, voor je bezoek en news. Ik mis je. Kom gauw terug.