Het is goed dat we vandaag niet enkel bidden met en voor de zieken en bijzondere aandacht aan hen besteden, maar dat we ook even nadenken over ziekte. Ziekte maakt, net als de dood, deel uit van ons menselijke bestaan. Wie onder ons wordt, vroeg of laat, niet geconfronteerd met ziekte, bij een van zijn naasten maar ook in zijn eigen lichaam, in zijn eigen ziel. Ziekte is een gevolg van de erfzonde van onze eerste voorouders. Maar het is ook, dankzij de barmhartigheid van de Heer, een remedie, een geluk, een zaligheid!
We luisterden naar het Evangelie van de Zaligsprekingen volgens Lucas. Jezus zei niet letterlijk : "Zalig zij de zieken". Maar hij had het kunnen zeggen. Er zijn trouwens in de Geschriften heel wat andere zaligsprekingen dan die die werden opgesomd (cf. Eerste lezing.). Mattheüs noemt er negen, Lucas heeft het maar over vier.
Wat maakt nu eigenlijk de zaligheid uit van de zieken ? Eerst moet ik voor deze zaligheid wijzen op wat geldt voor alle zaligheden in het evangelie: het is niet de ziekte zelf die een geluk is, het is het "gebruik" dat men ervan maakt. St. Vincentius van Paulus zei:
Blaise Pascal schreef een Gebed om God te vragen naar de juiste manier om met ziekte om te gaan. Hij schreef:
Als er een manier bestaat om goed met ziekte om te gaan, dan is er ook een manier om slecht met gezondheid om te gaan. Er zijn mensen die in goede gezondheid zijn en die « ongelukkig » zijn en er zijn mensen die ziek zijn en die « gelukkig » zijn. Dat wordt duidelijk in de ervaring die we iedere dag zelf opdoen.
Volgens een recente studie passen de mensen die ernstig ziek zijn, zich emotioneel aan en zijn ze vaak in een even goed humeur als mensen die gezond zijn. Deze resultaten, die werden gepubliceerd in het Journal of Experimental Psychology, bevestigen nog maar eens de resultaten van een groeiende reeks psychologische onderzoeken die aantonen dat personen die ziek of gehandicapt zijn zich aan hun toestand aanpassen en blijk geven van een slagkracht waarvan gezonde mensen geen idee hebben. In dit onderzoek werd aan 49 dialysepatiënten en aan 49 gezonde mensen van dezelfde leeftijd, hetzelfde geslacht, dezelfde afkomst en dezelfde opvoeding als de zieken gevraagd om met behulp van een "personal digital assistant" (een PDA of een palm-computer) gedurende één week hun humeur op te tekenen. De zieken ondergingen allemaal al gedurende ten minste drie maanden een dialyse, waarvoor ze drie keer of meer per week gedurende verschillende uren naar een dialysecentrum moesten. De PDA’s waren zo geprogrammeerd dat ze willekeurig in een periode van twee uren tijdens de week zouden rinkelen. Ze vroegen de deelnemers dan om op dat precieze moment hun humeur op te tekenen door een snelle reeks evaluaties in te vullen.
Deze momentopnames toonden aan dat de patiënten het grootste deel van de tijd in een goede bui waren en dat hun humeur niet wezenlijk slechter is dan dat van de gezonde deelnemers. Er was geen verschil in de evaluatie per uur van het algemene humeur en het specifieke humeur op de momentopnames (gedeprimeerd, vrolijk, bezorgd of angstig). Zelfs vragen over de pijn, de vermoeidheid en de globale tevredenheid in het leven brachten geen noemenswaardige verschillen aan het licht.
Mensen die er nooit mee te maken kregen, beelden zich in dat tegenslagen, zoals een ernstige ziekte, het geluk verstoren, terwijl dat in realiteit hoogstwaarschijnlijk niet het geval is. De onderzoekers vroegen de gezonde deelnemers ook om zich eens in te beelden dat ze zelf dialyses zouden moeten ondergaan en om een schatting te geven van het percentage van de tijd waarin ze dan verschillende positieve en negatieve stemmingswisselingen zouden voelen. De gezonde deelnemers dachten dat de zieken meestal in een slecht humeur waren. De zieken zelf leken hun aanpassingsvermogen te onderschatten. Toen ze werden gevraagd om een schatting te geven van hun humeur als ze gezond zouden zijn, dachten ze dat ze in een veel beter humeur zouden zijn dan dat de mensen die ook écht gezond zijn, waren.
Dat wil niet zeggen dat een ernstig gezondheidsprobleem het leven en de zienswijze niet verandert. Dat wil evenmin zeggen dat een dergelijke verandering niet gepaard gaat met periodes vol frustratie en moeilijkheden, met depressies en gevolgen voor de sociale en economische toestand. Maar de resultaten van dit onderzoek en van vele andere onderzoeken suggereren dat mensen die te maken kregen met dergelijke veranderingen, in staat zijn om hun instelling ten opzichte van hun nieuwe leven te wijzigen.
Het geluk hangt dus niet af van gezondheid of ziekte. Het geluk hangt af van de persoon zelf, of die nu ziek of gezond is. Het belangrijkste is om te vertrouwen op de Heer. Zuster Elisabeth van de Heilige Drievuldigheid schreef :
De Catechismus van de Katholieke Kerk (n. 1501) leert ons dat :
En daarin ligt de genade van de Ziekenzalving, waarvan de effecten zijn:
- eenheid van de zieke met het Lijden van Christus, voor zijn welzijn en dat van de hele Kerk;
- troost, vrede en moed om het lijden van de ziekte of de ouderdom christelijk te dragen;
- vergeving van de zonden als de zieke die niet heeft kunnen krijgen door het Sacrament van de Boetvaardigheid;
- herstelling van de gezondheid, als dat overeenkomt met het spirituele welzijn;
- voorbereiding op de overgang naar het eeuwige leven. (zie: CEC 15020-1523.1532)
Als u de Ziekenzalving ontvangt, kan ik u niet zeggen of u zult genezen of niet. Maar ik kan u verzekeren dat als u uw hart openstelt voor het geloof, de Heer u vrede zal geven. Het essentiële is dat u vertrouwt op wat de Heer het beste voor u vindt. Ik zeg u wat Frère André de Mont Royal tot de zieken zei die naar aan St-Jozef gewijde heiligdom waren gekomen om zich te laten genezen:
Frère André verzekerde ons dat "het oratorium van Montréal getuigt van veel meer bekeringen van harten dan van genezingen van het lichaam".
Dat is ook het geval in Lourdes. Bernadette zelf had tijdens haar laatste levensjaren wonden over haar hele lichaam, zo erg dat ze niet meer in bed kon liggen en enkel op een stoel kon rechtop zitten. Ze droeg dit lijden zonder te klagen. Op een dag dat ze bezoek kreeg, vroeg iemand haar: "Wat doet u daar, kleine luiaard?". En zij antwoordde: - "Ik doe mijn werk." - "Welk werk?" - "Ziek zijn. Ik moet het slachtoffer zijn voor de verlossing van de wereld."
In haar gebed zei ze:
Ten slotte wil ik al wie gezond is maar bij het horen van mijn woorden bang is om ziek te worden, wijzen op wat Van zei, de jonge Viëtnamees die in de leer was gegaan van Thérèse van Lisieux:
Het is gemakkelijker omdat men enkel wanneer men lijdt, beschikt over de genade om te lijden. En de beste manier om te leren om goed om te gaan met ziekte, is goed om te gaan met de gezondheid die men heeft, zolang men ze heeft, door z’n gezondheid ten dienste te stellen van God en zijn naasten, met name van wie ziek is. Zo is het geluk voor ieder van ons! Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, bid voor ons.